In de beschermingsstrategie wordt het grondgebied van het Groene Hart steeds kleiner. Is het niet veel duurzamer, lucratiever en beter te sturen wanneer bouwlocaties juist wel onderdeel blijven uitmaken van het Groene Hart?De gemeente Utrecht heeft toestemming om locaties te zoeken voor  woningen in het Groene Hart. Eén van de bouwlocaties is de Polder Rijnenburg, een van de meest omstreden stukken grond in het Groene Hart. Na jarenlang bestuurlijk geharrewar tussen Utrecht en de provincie, en Utrecht en de omringende kleinere gemeenten, is er nu toestemming om daar te gaan bouwen. Om dat mogelijk te maken is de locatie ‘uit het Groene Hart gehaald’. Heeft het zin om de bouwlocatie als onderdeel van Utrecht op te vatten, ingebed als hij ligt tussen twee snelwegen? Of is het veel zinvoller om de locatie op te vatten als een beginpunt in een oost-westlint in het Groene Hart, dat globaal van Utrecht naar Leiden loopt? De gemeente lijkt voornemens de nadruk te leggen op ‘groen’ en ‘blauw’, maar de invulling van het gebied was veel beter te sturen geweest, wanneer het nog onderdeel was van het Groene Hart. In de beschermingsstrategie wordt het grondgebied van het Groene Hart steeds kleiner. Ook de Bloemendalerpolder en de Zuidplaspolder zijn immers geen onderdeel meer van het Groene Hart. Is het niet veel duurzamer, lucratiever en beter te sturen wanneer bouwlocaties juist wel onderdeel blijven uitmaken van het Groene Hart?Met medewerking van onder anderen:
Architectuurcentrum AORTA, Utrecht
Robert Giesberts, wethouder gemeente Utrecht
Frank Heyligers, AM Wonen
Karin van Willigen, directeur Bouweconomie van Bouwend Nederland
Duco Stadig, Vereniging Deltametropool

Het debat stond onder leiding van Indira van ‘t Klooster, Architectuur Lokaal

Lees hier het proloog  van dichter K. Michel