Bevindingen: debatten op locatie – Architectuur Lokaal

nieuwsbericht | maart 23, 2023

Slideshow Interventie NL architects. Foto Architectuur Lokaal

Naar aanleiding van de drie POR-ontwerpinterventies hebben lokale debatten plaats gevonden. Hieronder een verslag en de belangrijkste bevindingen.

Beeld als metafoor voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen NL-Architects ontwierp voor het parkeerterrein naast de Harbour Club een tijdelijke golfbaan, te gebruiken door de bezoekers van de club en de bewoners van de buurt/stad. De ingreep op dit terrein werd door Kamiel Klaasse als graffiti met groen omschreven. Na een balletje op het golfterrein geslagen te hebben ging het gesprek over omgaan met dit soort lege plekken en de vraag hoe lang of kort de tijdelijkheid kan zijn. Snelheid en lichtheid in het gebruik zijn in het ontwerp voor deze plekken belangrijk, waarbij tijdelijkheid los staat van het kwaliteitsniveau. Voor de eigenaar van een terrein is het ook belangrijk te bepalen welke sfeer het terrein in de toekomst moet krijgen, hierop kunnen de tijdelijke ingrepen anticiperen.

Er bestaat een onderscheid tussen openbare en niet-openbare ruimtes, waarbij medebepalend is of een terrein door de buurt of door de hele stad wordt gebruikt en waar dit gebruik elkaar overlapt. Deze verschillen vragen om andere tijdelijke ingrepen en om een andere manier om de gebruikers hierbij te betrekken. Hoe wordt ervoor gezorgd dat toekomstige gebruikers op de hoogte zijn van een tijdelijke plek, hoe creëer je een gevoel van urgentie en buzz waardoor gebruikers de plek gaan gebruiken?

Het tijdelijke gebruik van terreinen wordt vaak gehinderd door beperkende regels; ondernemers zoals die van de tijdelijke Harbour Club beginnen vaak zonder te wachten op alle officiële vergunningen.

De tijdelijke golfbaan kan gezien worden als abstracte metafoor voor de veranderende houding ten aanzien van de toekomstige invulling van Cruquius. Waarbij Cruquius staat voor een stedelijke ontwikkeling geënt op continue tijdelijkheid en veranderlijkheid in tegenstelling tot de meer aangeharkte binnenstedelijke Vinex als Borneo-Sporenbeurg. Dat betekent ook een veranderende houding ten aanzien van wet- en regelgeving.

Aansprakelijkheid en beheer
AAYU heeft in Overtoomseveld het terrein dat wacht op ontwikkeling benut invulling gegeven door tijdelijke natuur te versterken en omwonende bewust te maken van de kwaliteit die tijdelijke natuur kan hebben voor de leefomgeving. In het gesprek dat naar aanleiding van deze interventie ontstond ging het vooral over het uitnodigen van bewoners en hen te laten zien dat het terrein toegankelijk is. Dat kinderen er kunnen spelen en dat bijen binnenstedelijke lokale honing kunnen produceren. Het verhaal dat de ontwerpers hierbij vertellen is cruciaal. Verder kwam ook hier de veranderende houding van de gemeente aan bod. Hoe wordt omgegaan met aansprakelijkheid en vergunning? Op veel braakliggende terreinen wordt nu een natuurwerend beheer gevoerd omdat beschermde biodiversiteit toekomstige ontwikkeling kan blokkeren. Er werd gepleit voor nieuwe regelgeving die dat kan wegnemen en voor een andere houding ten aanzien van beheer. Een verschuiving van institutioneel onderhoud van de openbare ruimte naar programmering en uitnodigend eigenaarschap waarbij leefbaarheid en ontmoeting centraal staan.

Communicatie en programmering
Het ontwerp van het derde terrein, het Groenoordterrein in Leiden, is door space&matter gedaan. Zij hebben de hekken die normaal gesproken het terrein afsluiten ingezet om er juist een vrij te gebruiken ruimte voor de buurt mee te creëren. Door paden over het terrein te trekken die buurtbewoners kunnen gebruiken en op het kruispunt van deze paden een grote cirkelvormige ruimte te vormen met de hekken ontstaat een arena die door de omwonende te gebruiken is. Space&matter heeft de buurt middels facebook uitgenodigd hier naar hartenlust te programmeren: een buurtbarbecue, een bandje, theater, een openlucht bioscoop etc. De discussie die hier plaatsvond met lokale partijen ging over intimiteit versus openbaarheid, over ‘voor de buurt’ of ‘voor de stad’. De vraag of zo’n buurt-plek juist actief geprogrammeerd moet worden of dat het juist helemaal overgelaten moet worden aan de buurt. En wat is de rol van communicatie en nieuwe media hierin? Dient deze ruimte primair een collectief belang of is dat pas aan de orde zodra het in ieder geval ook een eigen individueel doel heeft? Of is het juist een ruimte die volledig in het teken staat van vrijblijvend gelegenheid bieden voor terloopse ontmoetingen?

Conclusie
Deze ingrepen staan voor een andere houding ten aanzien van het gebruik van de veranderlijke openbare ruimte. Het gaat over terreinen die onder normale (nu geldende omstandigheden) niet tot de openbare ruimte behoren maar die voor, een vaak onbepaalde tijdelijke periode, leeg in de stad liggen. Nu worden ze vaak om veiligheidsredenen en aansprakelijkheidsangst omheind met hekken. Tegelijkertijd bieden de terreinen mooie kansen om op een geheel nieuwe manier naar het gebruik ervan te kijken. Dat vergt een andere manier van ontwerpen, minder investering primair gericht op gebruik, en een inzet die gericht is op het geven van betekenis aan de plek. Daarmee wordt er een nieuwe vraag in de stad geformuleerd waarbij ook van institutionele partijen (gemeenten, woningcorporaties en ontwikkelaars) een andere houding gevraagd wordt. Processen en budgetten zijn daarbij anders, alsook de bijbehorende wet- en regelgeving. De interventies en de debatten geven blijk van noodzaak om te komen tot een andere cultuur en werkwijze ten aanzien van de veranderlijke openbare ruimte.

In de najaarsbijeenkomst zal aan dit debat een vervolg worden gegeven.